Önder
Önder (32) uit Breda werkte twee jaar in Moldavië en vier jaar in Afghanistan als wiskundedocent op internationale scholen. Het was zijn droom om ook hier in Nederland als wiskundedocent aan de slag te kunnen. Önder is nog maar drie jaar in Nederland en zijn droom is nu al uitgekomen! Sinds september werkt hij namelijk als wiskundedocent op een gymnasium in Dordrecht. “Ik ben blij om eindelijk weer voor de klas te kunnen staan.”
Een jaar hard werken
Önder volgde het afgelopen jaar een opleidingstraject van het UAF en de Hogeschool Rotterdam, en liep daarnaast stage bij een middelbare school in Breda. “Mijn stage was niet zo actief vanwege de coronamaatregelen. Ik kon er niet zo vaak naartoe, omdat er geen ruimte was in de klas. Ze moesten rekening houden met het aantal leerlingen.” Het opleidingstraject van het UAF en de Hogeschool Rotterdam volgde hij een half jaar. “Ik kreeg vaktaalles, Nederlandse taalles en beroepsvoorbereiding. Ik had mijn B2-cursus al afgerond, dus de Nederlandse les had ik eigenlijk niet nodig.”
Onderdeel van het traject was stagelopen in de regio Rotterdam, maar Önder besloot het over een andere boeg te gooien. “Ik wist dat scholen heel hard op zoek zijn naar docenten, omdat er een tekort is. Dus toen dacht ik: misschien kan ik gewoon gaan solliciteren.” In twee weken tijd verstuurde hij sollicitatiebrieven naar meerdere scholen. “Uiteindelijk werd ik bij twee scholen uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Ik had bij allebei de scholen mogen starten, maar ik heb gekozen voor het gymnasium in Dordrecht.”
Wennen aan de nieuwe baan
“Ik moet nog heel erg wennen aan mijn nieuwe baan. Iedere week gaat het steeds beter met de stof en met de leerlingen. Ik vond het heel spannend om te beginnen, omdat ik bang was dat ik zou stilvallen tijdens de uitleg van de theorie. Maar het is juist andersom, haha! Het probleem is niet dat ik stilval, maar dat ik te veel praat. Ik moet het kort houden en de leerlingen daarna zelfstandig aan het werk zetten.”
Collega’s helpen Önder met de voorbereiding van zijn lessen. “Drie keer per week overleg ik met collega’s die dezelfde leerjaren lesgeven. Dan gaat het meestal over wat we die week gaan behandelen en hoe ik de stof kan aanpassen aan het niveau van de leerlingen.” Het voorbereiden kost Önder meer tijd dan zijn Nederlandse collega’s. “Ik spreek nu twee jaar Nederlands, maar mijn collega’s misschien al 30 jaar. Het duurt daarom voor mij vaak drie keer zo lang om een les voor te bereiden.”
"Ik ben blij als ik de leerlingen kan laten lachen"
'Kletskoek'
Desondanks is Önder blij om weer voor de klas te kunnen staan en om de leerlingen in zijn klassen te kunnen laten lachen. “Soms gebruik ik woorden die de leerlingen grappig vinden. Dan zeg ik: ‘Dat stukje theorie is kletskoek.’ Dat vinden ze dan heel erg grappig. Dan denken ze: hoe kent die meneer het woord ‘kletskoek’?! Het zijn woorden die ik van een vriend heb geleerd en die ik graag in de klas gebruik. Want als de leerlingen lachen, ben ik blij.”