Geen blauwdruk, maar pionieren
Vanaf 2021 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de regie op de inburgering, in plaats van de inburgeraars zelf. Voor Venlo betekende dat méér dan het uitvoeren van nieuw beleid. “We wilden geen systeem dat alleen maar voldoet aan de wet. We zochten een partner die samen met ons durft te bouwen aan iets nieuws dat écht werkt voor mensen,” zegt Mehdi Martis. “Met Refugee Team vonden we die partner. Refugee Team is een partij met lef en realiteitszin, die zich durft te ontwikkelen. Wij geloven in impact en zij ook.”
De samenwerking begon met een gedeeld ideaal: mensen niet alleen helpen bij taal en werk, maar ook bij het opbouwen van een zelfstandig bestaan en een volwaardige plek in de samenleving. “Inburgering is niet een verplicht kunstje dat iemand even moet doen. Het gaat erom of iemand na de begeleiding écht verder kan. Heeft diegene een sociaal netwerk opgebouwd? Een duurzame baan? Wonen ze in een goede wijk en dragen ze bij aan de samenleving? Dáár sturen wij op", vertelt Mehdi. "Refugee Team meet continu de voortgang van statushouders op persoonlijk niveau. Daardoor krijgen wij als gemeente een helder inzicht in hoe het met elke inburgeraar gaat."
"Zo kunnen we tijdig bijsturen en doelgericht blijven werken aan hun zelfredzaamheid."
De kracht van passende participatie
Voor Mehdi moet de focus in de toekomst verschuiven van inburgeren naar inpluggen. “Ik bedoel daarmee dat mensen daadwerkelijk onderdeel zijn van onze samenleving en mee kunnen draaien,” benadrukt hij. Hij haalt een voorbeeld aan: “Als een accountant uit Syrië als kassamedewerker begint ‘omdat hij ergens moet starten’, dan wil ik dat wij binnen de inburgering ruimte houden om hem te helpen naar een passende vervolgstap. We laten anders potentieel liggen, zowel moreel als economisch.”
Volgens Mehdi is dat zeker in een regio als Noord-Limburg cruciaal. "Wij vergrijzen snel, waardoor er de komende jaren minimaal 10.000 banen vrijkomen. In sectoren als zorg, openbaar vervoer, dienstverlening en onderwijs wordt dit voor de inwoner voelbaar. Om dit op te vangen hebben we niet alleen handjes nodig, maar medewerkers die de taal spreken en onderdeel zijn van de maatschappij. Statushouders kunnen daar een belangrijke rol in spelen".
Onbenut arbeidspotentieel
Nederland telt ongeveer 330.000 migranten zonder betaald werk. Dat is een vijfde van de totale groep migranten van 25 tot 65 jaar. Veel van hen willen werken, maar vinden moeilijk aansluiting op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door taalbarrières, niet-erkende diploma’s of gebrek aan werkervaring in Nederland.
Inburgeraars worden gekoppeld aan gemeenten op basis van de regionale arbeidsmarkt. Waar steden als Eindhoven bekendstaan om hun hightech sector, ligt de focus in Venlo op agrofood en logistiek. Juist deze sectoren bieden kansen voor statushouders die nog geen formele opleiding of erkende werkervaring hebben.
In de regio Venlo is er namelijk, net als in vergelijkbare regio’s, sprake van een relatief groot aandeel statushouders met een lager startniveau. “Dat is geen probleem, maar het is wel een realiteit waar je als gemeente iets mee moet,” vertelt Mehdi. “Als je weet dat mensen in Venlo komen met een lagere leerbaarheid, dan moet je vanaf dag één inzetten op begeleiding die aansluit bij hun mogelijkheden en ambities.”
Daarmee kan Venlo een belangrijke rol spelen in het verkleinen van het onbenut arbeidspotentieel en in het invullen van openstaande vacatures in essentiële sectoren.
Wat raadt Mehdi andere gemeenten aan?
Mehdi ziet nog volop ruimte voor ontwikkeling binnen het inburgeringsveld. Hij wil af van het beeld dat inburgering iets vaags en ontastbaars is. “Ik zou van inburgering het liefst een keiharde business case maken” zegt hij. “Nu wordt het vaak als iets ‘softs’ gezien, terwijl ik juist wil laten zien dat investeren in inburgering echt rendeert.”
Mehdi vindt dat gemeenten buiten de kaders moeten denken: “Venlo gelooft dat inburgering een onvoorspelbaar veld is, waarin je ontzettend flexibel moet zijn. Zoek partners die met je willen bouwen en niet alleen uitvoeren. Meet op impact, niet op output.” Volgens Mehdi is er niet alleen een nieuw denkkader nodig, maar ook een nieuwe manier van aanbesteden binnen het sociaal domein: “Geen punten geven aan de partij die haar aanbod het best verkoopt en de beste prijs biedt, maar aan degene die het meeste impact kan laten zien, namelijk: mensen zo zelfredzaam mogelijk maken.”